Op de oorspronkelijke Nachtwacht waren 34 figuren afgebeeld. Na de verhuizing naar het Paleis op de Dam werd ter linkerzijde een reep weggesneden, waarop drie personen waren weergegeven. Van 18 personen op het schilderij is de naam bekend; een onbekende schilder voegde namelijk omstreeks 1650 aan het poortgebouw op de achtergrond een schild met achttien namen toe. Oud stadsarchivaris S.A.C. Dudok van Heel reconstrueerde in 2009 zo nauwkeurig mogelijk wie er staan afgebeeld en welke beroepen zij uitoefenden.
Vermogende schutters
De achttien bij name bekende schutters woonden vrijwel allemaal in burgerwijk II, bij de Nieuwe Kerk en waren welvarend tot zeer welvarend. Ze waren actief in de lakenhandel, wijnhandel of makelaardij. De vaandeldrager had een vermogen van circa 2.000 gulden; de meest vermogenden (Kemp, Brughman en Bronchorst) bezaten zelfs een kapitaal van circa 200.000 gulden. Musketier Leijdeckers is een uitzondering; hij overleed op 20 december 1640 en liet grote schulden na. Aangezien Leijdeckers eind 1640 werd begraven en musketier Van der Heede pas in 1641 burger van de stad Amsterdam werd, en dus voordien nooit lid van de schutterij kan zijn geweest, kan geconcludeerd worden dat de afgebeelde schutters niet gelijktijdig hebben geposeerd voor Rembrandt. De schutters moesten Rembrandt zo’n 100 gulden betalen, waarbij de prijs varieerde van de plaats op het schilderij. Opvallend is dat 16 personages slechts ten dele zichtbaar zijn en anoniem gebleven zijn. Zij zullen Rembrandt niet of heel weinig betaald hebben. Dit is voor een schuttersstuk vrij ongebruikelijk.
De kapitein
Kapitein Frans Banninck Cocq (1605-1655) was aanvankelijk luitenant van het vendel van Wijk I, maar in 1639 volgde hij Pieter Reael (1569-1643) op als kapitein van de compagnie van Wijk II.
De luitenant
Willem van Ruytenburgh (1600-1655) volgde in 1639 Gerbrand Claesz. Pancras (1591-1649) op als luitenant. Pancras werd in dat jaar tot burgemeester van Amsterdam benoemd. De luitenant is eigenlijk opvallender gekleed dan zijn kapitein.
De vaandrig
Jan Cornelisz. Visscher (1610-1650) draagt het schuttersbanier. Bij de schutterij gold als regel dat de vaandrig van gegoede komaf moest zijn, maar daarnaast ook nog vrijgezel diende te zijn. In de regel liep een vaandrig voor de troepen uit.
De sergeants
Rembrandt heeft twee sergeants van de compagnie symmetrisch aan de linker- en aan de rechterzijde geschilderd. Reijer Jansz. Engelen (1588-1651) zit links op een muurtje (afb.).
De musketiers
Een kloveniersvendel had meerdere manschappen die met de musket waren bewapend. Op De Nachtwacht zijn zes musketiers te zien. Oorspronkelijk waren dat er zeven, maar musketier en lakenhandelaar Jan Brughman (1614-1652) stond op het deel van het schilderij dat in 1715 werd weggesneden.
De rondassiers
Rondassiers waren voorzien van een schild en hadden tot taak de lichtbewapende vaandrig te beschermen. Op De Nachtwacht zijn er drie geïdentificeerd: Jan Pietersz. Bronckhorst (1587-na 1666), Harman Jacobsz. En Wormskerck (1590-1653)
De piekeniers en de lansier
Drie piekeniers op De Nachtwacht konden worden geïdentificeerd. Helemaal rechts achteraan staat piekenier Paulus Harmensz. Rechts achter musketier Leijdeckers staat piekenier Barent Harmensz en Walich van Schellingwou (1613-1653)
De kapitein d’armes en de trommelslager
De man die zichtbaar is op de achtergrond tussen Banninck Cocq en Van Ruytenburgh is kapitein d’armes Jan Adriaensz. Keijser (1594-1664). De trommelslager, Jacob Jorisz. (1591-na 1646), werd vaak voor speciale gelegenheden ingehuurd en behoorde niet tot het vendel. Ook hij draagt gedateerde kleding.
Overige figuren
Een opvallende figuur die speciaal belicht lijkt, is de vrouwenfiguur links van Banninck Cocq. Zij is gehuld in een brokaten jurk met een schoudermanteltje. De jonge vrouw doet denken aan een zoetelaarster, een vrouwelijke handelaar, die met het leger meetrok om koopwaar te slijten. Zij is gewapend met een pistool en draagt om haar middel een kip, die ondersteboven aan haar poten hangt. Dit personage is meer op te vatten als een symbolische figuur, een personificatie van het kloveniersgilde, omdat de klauwen van de kip verwijzen naar de gouden klauw, het embleem van het gilde, en het pistool naar de schutterij. Een ander anoniem meisje in het blauw is vaag zichtbaar achter haar rug. De kruitjongen, met de veel te grote helm en de kruithoorn, en de straathond fungeren als stoffering, evenals de anonieme leden van het vendel die tussen de figuren door deels zichtbaar zijn.
Dutch Wood Artist;
Het Beroemdste kunstwerk van de wereld straks in hout met een formaat van bijna 16 m2Binnenkort gaat Jakko van start met dit uitdagende project.
Volg dit unieke project op de website en Social media.
En meld je aan voor de nieuwsbrief en volg daarmee het hele proces van Jakko Woudenberg op de voet.